Spaarders lopen een grote kans in te leveren geld dat op de spaarrekening staat. Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag. Door de historisch lage rente en de vermogensrendementsheffing die de Belastingdienst vraagt over spaargeld, wegen de opbrengsten van rente over spaargeld niet op tegen de inflatie en de belasting.
Slachtoffers van dit probleem zijn vooral mensen met meer dan €20.000 op hun spaarrekening. Het spaargeld boven dat bedrag wordt belast met een rendementsheffing van 1,2 procent. Daarbij wordt rekening gehouden met een jaarlijks rendement van 4 procent. De rente op spaarrekeningen is alleen op dit moment zo’n 2 procent. Hierdoor levert de spaarder per saldo in op zijn spaargeld.
Oud-staatssecretaris van Financiën Willem Vermeend is de bedenker van de heffing. Die werd bedacht in een tijd dat veel hogere rendementen werden gehaald op de beurs, en ook de rente op spaargeld hoger was. Vermeend vindt nu dat het nieuwe kabinet moet uitzoeken of de vermogensrendementsheffing misschien moet worden aangepast. „Je zou kunnen denken aan een berekening op basis van een langjarig gemiddelde van de rente.”
In de uitzending zei PvdA-Tweede Kamerlid Ed Groot dat het tijd is „om, deze belastingheffing aan te passen”. Het is niet voor het eerst dat over de heffing wordt geklaagd. Dat gebeurt vaker in tijden van lage rentestanden. Volgens Vermeend is het onverstandig om maar helemaal te stoppen met sparen. „Het zijn onzekere tijden, het is handig om een appeltje voor de dorst achter de hand te hebben.”
Paul Vernooijs